Introductie leerprogramma
■ Leergangen en de dagelijkse praktijk
Onderzoek heeft uitgewezen dat meer dan zestig procent van de beleids- en beheerswerkzaamheden van met name van de lokale overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) niet zijn uit te voeren zonder vastgoed-informatie. Van ruimtelijke ordening tot belastingheffing, van grondzaken tot handhaving en van huisvesting tot infrastructuur. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat ook meer dan zestig procent van de agenda’s van bijvoorbeeld de gemeenteraad en van het college van burgemeester en wethouders direct of indirect met vastgoed te maken hebben. Bij samenwerkingsverbanden, provincies, waterschappen enzovoorts is eveneens sprake van hoge percentages. Zelfs gemeentelijke zaken als bijvoorbeeld de uitkering uit het gemeentefonds, de bestrijding van ongedierte of het toekennen van sociale uitkeringen vereisen het voorhanden hebben van actuele vastgoedinformatie. Eigenlijk kan de overheid – en met name de lokale overheid – zonder vastgoedinformatie nog nauwelijks uit de voeten. Vandaar dan in onze leergangen ook veel aandacht is voor de dagelijkse praktijk.
■ Complex vakgebied
De vastgoedinformatietaken van de overheid is een complexe aangelegenheid. Dit vakgebied is grofweg in twee groepen te verdelen. Enerzijds de groep van administratieve vastgoedregistraties met zijn onderverdelingen (gebouwen, adressen, belastingobjecten, wegen, installaties enzovoort). Anderzijds de groep van geografische vastgoedinformatie, eveneens met zijn vele verschijningsvormen (topografie, kadastrale plans, leidingen, gebouwen, openbare ruimte enzovoorts). Deze twee groepen zijn niet alleen ieder voor zich, maar met name ook in hun samenhang uiterst complex, zeer omvangrijk en buitengewoon gevarieerd. Beide groepen zijn immers elkaars component. Bovendien vervullen de geografische gegevens een belangrijkere rol dan voorheen. Al met al een omvangrijk en interessant vakgebied, waarin velen hun werk vinden.
■ Opzet leerprogramma
Voor onderdelen uit beide groepen zijn/of worden door de Geodation leergangen ontwikkeld die afzonderlijk (certificaatopleiding) en in samenhang (diploma-opleiding) kunnen worden gevolgd. Het vakgebied, waarop wij ons richten, is in drie groepen opgedeeld: onroerende zaken, vastgoedobjecten en ruimtelijke objecten. Rechts staan de specifieke leergangen weergegeven met een pijlverwijzing naar het betreffende groep(en) en links staan de meer algemene leergangen weergegeven die alle onderdelen van het vakgebied raken.
■ Studeeraanwijzingen
Het volgen van afstandsonderwijs (schriftelijk onderwijs) lijkt eenvoudig, maar dat is het zeker niet. Schriftelijk studeren wordt altijd onderschat. Natuurlijk heeft schriftelijk studeren belangrijke voordelen. Bijvoorbeeld geen last van reistijd naar en van een opleidingsinstituut en ook kan men de studietijd naar eigen behoefte indelen. Daar staat wel tegenover dat schriftelijk studeren een grote mate van zelfdiscipline vergt. Men ontvangt alle leereenheden van een leergang tegelijk en dat vergt een vaste werkwijze en een goede studieplanning. Kennisorganisatie Geodation raadt het studieuze lezen aan. De leergang, de leereenheden en paragrafen dienen op een bepaalde manier te worden bestudeerd met herhalingen. De tegenhanger van het studieuze lezen is het scrollend lezen. Scrollend lezen levert wat tijdwinst op, maar naar zijn aard is het vluchtiger en minder ontvankelijker. Geodation ziet het studieuze lezen als de juiste aanpak voor haar leerprogramma, maar maakt toch ook het scrollend lezen op eigen apparatuur mogelijk. Voorafgaand aan de eerste leereenheid van elke leergang wordt het studieuze lezen toegelicht.
■ Leergang, leereenheid en toetsen
Elke leergang is opgebouwd uit een aantal leereenheden en elke leereenheid wordt afgesloten met een zelftoets. Nadat de leerstof van een leereenheid is eigen gemaakt dient u de zelftoets aan het einde van de leereenheid te maken. Als u 80% van de vragen goed hebt beantwoord, heeft u de leerstof in de leergang voldoende eigen gemaakt. De leergang als geheel wordt afgesloten met een eindtoets. Aan het einde van de leergang treft u die eindtoets aan. Als u deze voor 70% goed hebt beantwoordt heeft u de inhoud van de totale leergang voldoende eigen gemaakt en kunt u met vertrouwen het examen tegemoet zien. De antwoorden op de vragen van zelftoetsen en van de eindtoets zijn opgenomen in de bijlagen van de leergang. Het behoeft geen betoog dat u de antwoorden op de toetsen niet vooraf gaat raadpleegt of bestudeert. Dat is een onderdeel van de hierboven genoemde zelfdiscipline.