Passages uit enkele leergangen
■ Uit de leergang Geo-informatie
Eén beeld zegt meer dan duizend woorden
Ik heb mijzelf als afdelingshoofd Geo-afdeling laten uitnodigen voor het werkoverleg van de afdeling Ruimtelijke ontwikkeling. Dat deed ik om het werk van mijn afdeling Geo-informatie te verkopen. Naar mijn mening kon de afdeling Ruimtelijke Ordening meer en intensiever van onze geo-producten gebruik maken. Na een stroeve opening kwam het gesprek niet echt meer op gang. Men had zichtbaar weinig interesse of men verwachtte verschuiving en verandering van werkzaamheden. Totdat ik een kaart op tafel legde waarop alle gemeentelijke eigendommen, ingedeeld naar een aantal categorieën, stonden afgebeeld. De hele afdeling stortte zich meteen op deze kaart. We hebben daarna nog een uur over de kaart gesproken en over andere mogelijkheden. Zoals de eigendomsverhou-dingen in een stadsvernieuwingsgebied. Daarna is het snel tot een opdracht gekomen om deze kaart en via het intranet voor hen te ontsluiten. Want het was duidelijk geworden: één beeld zegt meer dan duizend woorden.
■ Uit de Introductieleergang
Gegevensverzameling
Binnen de gemeentelijke organisatie zijn grofweg twee soorten gegevensverzamelingen te onderscheiden. Enerzijds betreft dat de ongestructureerde gegevensverzamelingen (beleidsrapporten, beleidsnota’s, publicaties, brieven besluiten enz.). Het gaat hier dus om ook brondocumenten. Anderzijds de gestructureerde gegevensverzamelingen in doelgerichte systemen die in drie onderdelen uiteen vallen: registratieve, operationele- en ondersteunende systemen.
a. Registratieve systemen.
Registratieve systemen beschrijven objecten die het maatschappelijk leven betreffen. Daarbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld de persoonsregistratie, gebouwenregistratie, rechtspersoonsregistratie (handelsregister) en registratie onroerende zaken (kadaster, openbare registers). Alle basisregistraties vallen onder de registratieve systemen.
b. Operationele systemen.
Operationele systemen hebben betrekking op bepaalde verzorgende taken waarvoor ook informatie wordt ontleend aan de registratieve systemen, zoals onder punt a. genoemd. Het betreft systemen voor zaken als onderwijs, sociale voorzieningen, werkgelegenheid, huisvesting, grondzaken, enz.
c. Ondersteunende systemen.
Ondersteunende systemen zijn zeer specifieke systemen als boekhoudingsystemen, personeelssystemen, materiaalsystemen, financiële systemen en begroting ondersteunende systemen.
(schema invoegen)
Vooral de registratieve en operationele systemen vormen ook het hart van de gemeentelijke en interbestuurlijke informatiehuishouding. Er bestaat wel een relatie tussen de ongestructureerde en gestructureerde systemen, namelijk de relatie brondocument en basisregistratie. Deze relatie en andere aspecten komen in de leergangen over het stelsel, de documentaire informatievoorziening en de rechtstoestand vastgoed nog uitgebreid aan de orde Overzicht van gestructureerde en ongestructureerde gegevensverzamelingen.
■ Uit de leergang Stelsel van basisregistraties
Het begrip ‘communiceren’
Om met elkaar te kunnen communiceren is het van belang dat je niet alleen een gemeenschappelijke taal gebruikt. Binnen die gemeenschappelijke taal dient er ook overeenstemming te zijn over de te gebruiken begrippen. Als die overeenstemming er niet is kunnen er grote misverstanden ontstaan. Dat is vervelend en lastig. Niet alleen in de private sector, maar ook tussen de private sector en de overheid. Een korte toelichting. Honderd stuks betekent voor de detailhandel veel, maar voor de groothandel begint veel bij 10.000 stuks. Het is dus van het grootste belang om exact en eenduidig te communiceren over het begrip ‘veel’. Wat de zender van informatie precies bedoelt moet door de ontvanger van die informatie ook precies zo worden begrepen. Communicatie omvat niet alleen een gesprek of mail tussen twee betrokkenen. Breed opgevat kun je communicatie ook zien als de samenwerking tussen instanties en de gegevensuitwisseling tussen applicaties van deze instanties. Het is noodzaak dat aan dezelfde zaken (samenlevingscontract, pand, perceel, woning, ingangsdatum, periode, boete, aanslag, heffing, functie, bouwjaar, status enzovoorts) altijd en overal dezelfde betekenis (semantiek) wordt toegekend en dat het ook op dezelfde wijze in registraties worden vastgelegd (syntax).
Voor een betrouwbare en geloofwaardige overheid is dat van groot belang. Het kan niet zo zijn dat in de ene gemeente voor een bepaald bij de wet voorgeschreven geval een vergunning wordt afgegeven, terwijl in een andere gemeente voor datzelfde geval geen vergunning wordt afgegeven. Dat kan ontstaan als bijvoorbeeld het begrip ‘recreatiewoning’ op verschillende manieren kan worden uitgelegd. Het spreekt voor zich dat de burger verwacht dat de ruim 1600 overheidsorganisaties dezelfde taal spreken zonder semantische en syntactische afwijkingen. De belangrijkste vraag vervolgens is: “Hoe zorg je ervoor dat alle overheidsinstanties dezelfde en kwalitatief hoogwaardige gegevens gaan gebruiken?”. De leergang over het stelsel van basisgegevens geeft hier het antwoord op.
■ Uit de leergang Rechtstoestand
Een optelsom van losse delen
De rechtstoestand valt grofweg in twee grote groepen uiteen: de privaatrechtelijke rechtstoestand en de publiekrechtelijke rechtstoestand. Elk met een eigen onderverdeling.
a. Privaatrechtelijke rechtstoestand
De privaatrechtelijke rechtstoestand bestaat uit twee los van elkaar staande delen: zakelijke rechten en persoonlijke rechten. De zakelijke rechtstoestand (o.a. eigendom, erfpacht, vruchtgebruik, opstalrecht, hypotheekrechten) ligt vast in de kadastrale registratie van de Dienst voor het Kadaster (hierna:het Kadaster). Iedere gemeenteambtenaar die werkzaam is in het vastgoedwerkveld kent het bestaan van het Kadaster.
De persoonlijke rechten betreffen ruil, bewaring, opdracht, pacht, huur, aanneming enzovoorts, worden in ons land niet in een systematische registratie van de overheid vastgelegd. In een systematisch registratie werd bij de invoering van het herziene Burgerlijk Wetboekniet voorzien. Maatschappelijk gezien werd er onvoldoende behoefte aan een dergelijke registratie voorspeld en uit oogpunt van de kosten was er dan ook geen politiek draagvlak voor deze registratie te vinden.
b. Publiekrechtelijke rechtstoestand.
De publiekrechtelijke rechtstoestand van vastgoed bestaat ook uit twee (minder van elkaar losstaande) groepen. Enerzijds zijn er de publiekrechtelijke beperkingen (alle besluiten van de overheid die de eigenaar een last opleggen). Voorbeelden daarvan zijn de aanschrijving betreffende achterstallig onderhoud, aanwijzing als monument, ontruiming van een gebouw, particulier onderhoudsplicht openbare wegen en vorderen van woonruimte. Anderzijds zijn er de begunstigende besluiten van de overheid die de eigenaar voordeel opleveren. Voorbeeld daarvan is de omgevingvergunning (voorheen de bouwvergunning, kapvergunning, sloopvergunning, splitsingsvergunning enzovoorts).
Het bovenstaande maakt duidelijk dat de rechtstoestand geen hecht sluitend geheel is in termen van wetgeving en registraties. Onthoud, dat de rechtstoestand van vastgoed veel meer omvat dan alleen de kadastrale registratie en publiekrechtelijke beperkingen. De registratie van de rechtstoestand van vastgoed is namelijk een optelsom van losse onderdelen.
■ Uit de leergang Adressen
Wie voert in de gemeente de straatnaamgeving uit.
Dat het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van gebouwen een gemeentelijke taak is, staat wel vast. Er is niemand die vindt dat de gemeente dit niet zou moeten doen. De vraag is echter op welke wijze deze bevoegdheid van de gemeente is geregeld. Daarover is ruim 150 jaar met grote regelmaat gediscussieerd en met name door de ambtenaren voor burgerzaken. Zij gingen ervan uit dat deze taak zonder meer is verbonden aan de bijhouding van het bevolkingsregister en van de burgerlijke stand. Zij dragen daar ook tal van argumenten voor aan. Een van de belangrijkste argumenten stoelt op artikel 174 van de eerste versie van de gemeentewet (1851). Dit artikel luidde: “Hij (de raad) maakt, in overeenstemming met algemene of provinciale voorschriften, de nodige verordening tot verdeling der gemeente in wijken en tot opmaking van de volledige straten der bevolking en harer behuizing”. De centrale vraag is of met de zinsnede”het indelen van de gemeente in wijken”de straatnaamgeving is bedoeld en of met de zinsnede “harer behuizing” het uitgeven van huisnummering wordt beoogd.
De ambtenaren van burgerzaken hebben tal van argumenten aangevoerd die bij nadere beschouwing geheel onjuist zijn gebleken. Vooral het toenmalig artikel 174 lijkt de zwakste schakel. Als met dit artikel 174 de straatnaamgeving en huisnummering zou zijn bedoeld dan had Thorbecke (uitstekend wetgevingsjurist) het destijds zeker anders opgeschreven. Denk nu niet dat de uitleg van de bevolkingsambtenaren destijds zonder meer werd geaccepteerd. Er is met grote regelmaat bezwaar gemaakt tegen de uitleg van het bewuste artikel 174. De heer P. Sikkes (deskundige bij uitstek wat betreft het gemeenterecht) heeft zich destijds openlijk en langdurig verzet tegen de uitleg door ambtenaren van burgerzaken van artikel 174 gemeentewet. Hij stelde “dat het niet bekend is wie de mening, dat het geven van straatnamen steunt op artikel 174 gemeentewet heeft verkondigd, noch wat de argumenten zijn die tot schraging ervan zijn aangevoerd. Geen der auteurs die het Nederlandse gemeenterecht hebben haar verkondigd en zij schijnt ook onjuist. Het verdelen van de gemeente in wijken en het opmaken van volledige staten der bevolking en hare behuizing is een geheel andere zaak dan het geven van namen aan bepaalde straten. Een verdeling der gemeenten wordt door het benoemen van straten niet bewerkstelligd. Dat het geven van een straatnaam en huisnummer geheel buiten het opmaken van de staten der bevolking en harer behuizing omgaat, is voor betwisting niet vatbaar”. Naar opvatting van Sikkes komt de bevoegdheid tot het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en het toekennen van huisnummers toe aan de gemeenteraad. In de huidige Gemeentewet is daar, na jaren van discussie, ook gevolg aan gegeven.